Voordat je gaat trainen en/of spelen met de hond is het belangrijk dat deze eerst een warming-up doet. Een warming-up bereidt het lichaam voor op de komende inspanning.Daarmee zorg je voor een verhoogde aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen richting spieren en zenuwen. Tegelijkertijd verminder je de kans op blessures.
Aanpassen van het lichaam
Het volgende gebeurt op het moment dat de hond de warming-up doet: de hartfrequentie neemt toe waardoor het hart meer bloed per minuut kan rondpompen. Dit is van belang omdat de spieren en de longen meer zuurstof nodig hebben. Er gaan meer longblaasjes open waardoor de luchtwegen wijder worden. Samen met de toegenomen doorbloeding van de longen kan er meer zuurstof worden opgenomen. De temperatuur in de spieren wordt hoger en de hersenfuncties passen zich aan van rust naar inspanning.
Het opwarmen
De warming-up duurt zo’n 5 tot 10 minuten. Start met een rustige wandeling van 5-7 minuten aan een ontspannen lijn. Sluit af met 3-4 minuten rustige draf aan dezelfde ontspannen lijn.
Ga je intensief sporten, springen en/of sprinten met de hond (of gaat de hond dat vooral doen :-)), trek dan zeker 20 minuten uit om op te warmen. Die opwarming zou je ook specifieker mogen maken op de gevraagde inspanning.
Rekken en strekken
Ook honden moeten stretchen. Dit zorgt voor een grotere bewegingsuitslag en de spieren worden verder voorbereid op inspanning. De hond wordt leniger en is makkelijker in staat om bewegingscorrecties juist op te vangen bijvoorbeeld als de hond zijn evenwicht verliest. Het rekken en strekken doe je na het opwarmen van de spieren en bloedsomloop.
Een aantal voorbeeldoefeningen:
Buiging
De hond staat in een neutrale positie met de voor- en achterpoten onder het lichaam. Vraag de hond om in een buiging te gaan. De achterpoten blijven staan en de achterhand hoog en de voorpoten gaan omlaag. Houd 2 seconden vast, en herhaal 5 keer.
High five
De hond staat in een neutrale positie met de voor- en achterpoten onder het lichaam. Vraag de hond om een high five te geven in staande positie met allebei de voorpoten. Vraag beide voorpoten 5 keer en houd 2 seconden vast.
Nek
De hond staat in een neutrale positie met de voor- en achterpoten onder het lichaam. Vraag de hond om zijn kin naar boven te brengen zonder dat deze daarbij de staande positie verliest of gaat verkrampen. De hond kijkt alleen maar omhoog.
Vervolgens vraag je de hond de kin op de borst te leggen. Ook hierbij moet deze netjes blijven staan.
Als laatste vraag je de hond om zijn hoofd tussen zijn voorpoten te houden. De ellebogen mogen iets buigen, de achterhand blijft staan.
Herhaal de onderdelen van deze oefening 3 keer.
Draai
De hond staat in een neutrale positie met de voor- en achterpoten onder het lichaam. Vraag de hond om zijn hoofd naar de flank te brengen, zonder dat daarbij de achterpoten verplaatst worden. De hond mag ondersteund worden bij de schouder tijdens deze draai. Voor een diepere rek vraag je de hond zijn kop richting de heup te brengen.
Herhaal 5 keer aan beide kanten.
Cirkels
Vraag de hond om een krappe cirkel te draaien. De kop moet bijna tegen de heup aankomen.
Vraag beide kanten 3 keer.
Wanneer je de warming-up afgerond hebt, kun je beginnen met de training.
Cooling-down
De cooling-down is minstens zo belangrijk als de warming-up. Met het afkoelen zorg je dat het lichaam van de hond zich goed kan herstellen en terug kan keren naar de rustfase. Het is eigenlijk een omgekeerde warming-up. De bloedsomloop zorgt voor aanvoer van voedingsstoffen en afvoer van afvalstoffen. De temperatuur in het lichaam gaat omlaag en de hartfrequentie daalt ook.
Een cooling-down kan heel gemakkelijk door eerst even rustig te draven (4-5 min) en daarna rustig te wandelen (6-10 min) aan een ontspannen lijn. Eventueel kan de hond daarna nogmaals de rekoefeningen zoals hierboven beschreven doen.
Daarna heeft de hond rust.
In onderstaand filmpje worden een aantal oefeningen weergegeven.